" Kunst en cultuur vloeien op de Omringdijk naadloss in elkaar over. Intieme musea, monumentale boerderijen, bijzondere historische collecties en Westfriese tradities. De dijk vol Kanjers is podium voor vele culturele verrassingen. "
De Westfriese taal is een levende taal, die nog actief gesproken, geschreven en verstaan wordt door 50.000 tot 100.000 mensen in West-Friesland en de kop van Noord Holland en Texel.
Het Westfries heeft een eigen woordenboek, het Pannekeet Westfries Woordenboek. Hier staan woorden en gezegdes in het Westfries haarfijn uitgelegd. Een paar leuke gezegdes zijn:
- Ze zet un gezicht as zeuven dagen slecht weer.
- Je magge um niet in 't ootje nemen.
- Ja, we hewwe hier alles wat 'n bedelaar toekomt.
- Hai had kouwe biene.
Weet jij de betekenis van deze Westfriese gezegdes te raden?
De Westfriese klederdracht is erg bekend geworden en vrouwen en mannen droegen Westfriese klederdracht vooral rond 1900. In deze tijd was de kleding erg in de mode.
De heren droegen een zwart pak met vest van 'laken', een korte stropdas, gleuf- of bolhoed, zwarte sokken en schoenen. Een klein dasspeldje en een zakhorloge met ketting van zilver, goud of gevlochten haar zijn de sieraden die toen als accessoires werden gedragen.
De vrouwen droegen een kostuum in zogenaamde bestorven kleuren: zwart, blauw, donkerbruin, rood of groen. Onder een banenrok met een dubbele stolpplooi middenachter of een rimpelrok worden drie onderrokken gedragen en zwarte kousen en een katoenen kuitbroek met kant. Op het hoofd de Westfriese kanten kap over een zilveren of gouden oorijzer, vastgezet met spelden. Een bloedkoralen of granaten ketting met bijpassende broche en oorhangers maken het kostuum af.
Ook wordt er werkkleding gedragen zoals traditionele Wieringer visserstruien of een boerenkiel met rode zakdoek. Anders dan de Westfriese kap wordt door de dames ook het boerenhoedje gedragen.